Ik heb een zwak voor quotes. Toen ik twaalf was, bewaarde ik al een briefje in de bovenste la van mijn bureautje met “Love is not love which alters when it alteration finds" (Shakespeare). Daarna volgde een notitieboekje, waarin ik mooie woorden en zinnen verzamelde. Bladeren door dat boekje vond ik bijna even leuk als het plakboek dat ik bijhield over New Kids on the Block.
Een mooie quote kan alles wat ertoe doet in één zin vatten. Grappig, bemoedigend, filosofisch - het zijn een soort kunstwerkjes, vooral als ze mooi vormgegeven zijn. Of eigenlijk is dat een voorwaarde. Zelfs de mooiste zin krijgt iets triestigs met Times New Roman.
Des te erger vind ik al die houten huisjes, panelen en andere prullen met ‘inspirerende’ teksten. Ze achtervolgen me. “Happiness is not a destination, it is a way of life” of “A smile is the prettiest thing you can wear”. Zelfs in mijn flexkantoor moet ik koffie drinken uit mokken met “Do what you love”. Sterker nog, daar zitten honderden start-ups en andere creatievelingen die zich gewillig laten ‘inspireren’ door de ene dooddoener na de andere. Mooi vormgegeven, dat gelukkig wel.
Quotes zijn in, helaas. Want wie ziet nog het verschil tussen "Be who you are" en de écht briljante oneliners? De creatieve geesten die mijn hippe kantoor hebben ingericht, zijn het in ieder geval helemaal kwijt.
Maar zoals dat gaat met trends, staat de quote gelukkig op het punt verdrongen te worden door de goudkleurige ananas. Laten we dan ook meteen afscheid nemen van het woord inspirerend, dat ruimt lekker op.
Tot die tijd een paar die wél de moeite waard zijn: